Deel 2 uit de schrijfserie Schrijven enzo!

Kinderboeken schrijven is een vak apart. Je moet in ieder geval íets van kinderen afweten. En je moet fantasie hebben. En je moet schrijftechnieken kunnen toepassen.

In dit boek komt dat allemaal aan bod. Een kind van vier houdt van andere dingen dan een kind van tien. In dit boek leer je waar ze van houden, waarom kinderen bepaalde boeken lezen en wat ouders daarvan vinden. Ouders zijn nog altijd degenen die boeken kiezen en kopen dus je zult bij het schrijven van een kinderboek ook met hen rekening moeten houden.

Als je volgens de AVI-methode wilt schrijven, krijg je te maken met een aantal regels die erg beperkend kunnen zijn. Want hoe vertel je een verhaal over een zwembad als je geen woorden mag gebruiken met meer dan één lettergreep? Wat doe je dan met de zwembroek, de badmeester en de handdoek? Dit boek legt je haarfijn uit wat AVI is en hoe je dat kunt gebruiken. Het geeft tevens lijsten met woorden die één, twee of drie lettergrepen hebben zodat je wèl dat verhaal over het zwembad kunt schrijven.

Verder vind je in dit boek nog de geschiedenis van het kinderboek, de ontwikkeling van baby tot jong-volwassene en welke boeken daarbij horen, het modelcontract kinderboeken en waarom je geen leraar hoeft te zijn om kinderboeken te kunnen schrijven.

Als je altijd al kinderboekenauteur hebt willen zijn, dan is dit boek voor jou! Ongeacht of je nu een prentenboek, een boek met AVI-aanduiding of een boek voor tieners wilt schrijven, met dit boek heb je een goede start. De rest, het schrijven, zul je zelf moeten doen!